Hier een erg volledig stuk over monitors, met dank aan
'Jan des Boevie' voor het wijzen hierop.
Link:
http://schoondermark.com/20.html
Bron:
Wees Studio Apeldoorn.
Introductie
Norm voor afluistering
Versterker
Types
Nearfield
Grote monitoren
Actief
Bekabeling
Akoestiek afluisterruimte
Types en prijzen
Zoveel huiskamers, zoveel verschillende omstandigheden bij het luisteren naar muziek.
De één houdt thuis van plavuizen en glazen oppervlaktes, de ander juist van dikke vloerkleden en gordijnen.
Al deze eigenschappen beïnvloeden de akoestische eigenschappen van een woonkamer in belangrijke mate.
Daarom heb je in de studio bij het mixen een Monitor-Norm nodig, die zo goed mogelijk garandeert dat de met veel moeite opgenomen CD ook in al die huiskamers goed tot zijn recht zal komen.
Een monitor (of ruimte) die teveel hoog afgeeft zal er toe leiden dat de technicus tijdens de mix de hoge frequenties vermindert, waardoor de opname later, bij het afluisteren in woonkamer of auto, te weinig hoog bevat (..).
Norm
Als je praat over monitoring, heb je het eigenlijk over de hele keten die nodig is om een (opgenomen) geluid hoorbaar te maken, zodat je het kunt beoordelen op eigenschappen.
Hoe is de klankkleur, de stereobalans, de dynamiek, de definitie van alle instrumenten, de verhouding tussen stem en achtergrondmuziek.
Kortom, hoe is het totaalbeeld van een opgenomen werk. Het zal duidelijk zijn, dat de muziek op een Walkman anders zal klinken dan op je Hi-Fi thuis.
En zeker anders, als je het zou vergelijken met het geluid van de oorspronkelijke studiomonitoren.
Hier raken we nu de kern van monitoring: hoe mix je een geluid zodanig, dat er die norm gehaald wordt?
Een mogelijke oplossing zou zijn, om tijdens de mix af te luisteren op 5 verschillende 'monitors'; autospeakers, Hi-Fi, Walkman, hoofdtelefoon en de speakers van je buren

Behalve dat dit nogal tijdrovend is, moet je ook al deze speakers nog eens aanschaffen.
Een aardige investering, waarbij het zich laat betwijfelen, of het eindresultaat aan enige bruikbare norm voldoet.
Toch zijn er studio's die deze weg bewandelen. Het voordeel is in ieder geval, dat je kunt vergelijken.
Een andere oplossing zou zijn, een set studio-monitoren aan te schaffen, of liever nog, twee sets.
Een kleine set gebruik je voor het instellen van de onderlinge balans tussen de diverse instrumenten, de grote set voor het (op volume) beluisteren van de klankkleur en de breedte van het stereosignaal.
Keten
Het zou te simpel zijn om te stellen, dat bij monitoring alleen de speaker van belang zou zijn.
In feite spreek je bij monitoring over:
- versterker
- speakers
- bekabeling
- controlekamerakoestiek
Een keten (ketting) is zo sterk als de zwakste schakel. Hetgeen wil zeggen, dat dure monitoren met een van der Hull kabel in een dure studio matig zullen klinken als ze zijn aangesloten op een 2 keer 8 Watt versterker van een inferieur merk.
Het verdient dus de voorkeur om naar alle onderdelem kritisch te kijken, zodat het maximale rendement uit je set gehaald kan worden.
Versterker
Bij de doorsnee semi-professionele studio is het niet gebruikelijk, dat de versterker de grootste post op de begroting inneemt. Je zult je best moeten doen om bij versterkers boven de € 400,- een echte slechte te vinden.
Niet dat er geen matige versterkers zijn in deze klasse, natuurlijk, maar nog zullen die 'redelijk voldoen'.
Afhankelijk van je situatie gaat het dan om een eindversterker (geen voor- of regelversterker) of een geïntegreerde versterker (voor- en eindversterker in één behuizing).
Aandachtspunten:
- bij voorkeur een bekend merk
- minimaal 2 keer 60 Watt sinusvermogen (of RMS)
- veel dynamische headroom
- uitschakelbare eq.
- duidelijk afleesbare, en betrouwbare VU/PPM meters
- duidelijk afleesbare 'clip'indicatie
- idiot proof (beveiligd tegen iedereen
Ook zijn er combinaties, waarbij de versterker is ingebouwd in de luidsprekerbox; we spreken dan van 'self powered' of 'actieve' speakersystemen. Het actieve systeem van Genelec is hier een lichtend voorbeeld van.
O.a. Genelec, Yamaha en Tannoy (Reveal) werden in 2004/2005 populair met hun kleine, actieve monitorsystemen.
Deze kleine nearfields klinken enorm dynamisch, maar gaan niet erg laag (rond de 75 Hz). Voor spraak is dat voldoende, maar voor muziek kun je er beter een subwoofer bij plaatsen om de frequentieweergave all round te maken.
Tenslotte, ik heb uitstekende resultaten gehoord bij nearfields met 'gewone' HiFiversterkers van Harman&Kardon, Yamaha, Denon, NAD en Quad
Types
Afhankelijk van de situatie en de controlekamer zijn er 3 mogelijkheden:
-hoofdtelefoon
-kleine 'near (of mid) field' monitoren (B-monitor)
-grote monitoren (A-monitor)
Met voldoende financiële mogelijkheden kun je van een klein kippenhok een acceptabele afluisterruimte maken. Leuk.
Vaker zal het voorkomen, dat je concessies moet sluiten tussen budget, mogelijkheden en wenselijkheden. In een situatie waar je live opnames maakt en dit moet doen in de desbetreffende opnamezaal, zal een 'gewone' luidspreker niet werken. De achtergrondstoring is dusdanig groot, dat je gedwongen wordt een hoofdtelefoon te gebruiken.
Ook studio's die één gecombineerde opname- en controleruimte hebben, kennen dit probleem.
Is een hoofdtelefoon zo slecht dan? Welnee, dat hoeft niet per definitie.
Vermits ze goed gesloten zijn en ze het frequentiegebied redelijk weergeven (50 - 18000 Hz), kun je er prima mee werken.
Een bijkomend voordeel is dat ze de (slechte..) akoestiek van de ruimte even kunnen uitschakelen, zodat je een vrij zuivere weergave mag verwachten van klankkleur en instrument/zang verhouding. Maar bedenk altijd dat hetgeen je door de hoofdtelefoon hoort, niet datgene is wat de luisteraar uiteindelijk zal horen. Omdat de akoestiek van de ruimte (huiskamer) niet meedoet bij gebruik van een hoofdtelefoon en het stereobeeld 'te goed' is zal dat afwijken van een juiste mix.
Nearfield monitoren.
Zeer populait momenteel. Nearfield geeft aan, dat je ze dicht bij de luisterpositie dient te gebruiken.
Qua luidheid kennen ze uiteraard hun grenzen, en de lage frequenties worden bescheiden weergegeven.
Dat is echter geenszins een probleem, vermits je voorzichtig omgaat met deze frequenties.
Zeker géén extra laag bijvoegen, je kunt immers niet controleren welk effect dit zal hebben.
De plaatsing is vlak achter de mengtafel, zo'n 150 cm uit elkaar.
De maximale afstand tussen luisterpositie en speakers zal zo'n 175 cm zijn.
De nearfields hebben het voordeel, dat ze -net als de hoofdtelefoon- de akoestiek van de afluisterruimte veel minder belangrijk maken, zoalng je niet te hard afspeelt.
Kortom, het is mogelijk om in akoestisch moeilijke omstandigheden toch een acceptabele afluistering te verkrijgen.
Het nadeel is, naast het ontbreken van de lage frequenties, de enigszins beperkte luisterpositie, waar vaak maar plaats is voor 1 â 2 personen.
Een vervolg op de nearfields zijn de zogeheten MIDfields, waarbij het luisterbereik, en soms ook het vermogen, verder vergroot is. Voor beide types geldt, dat het luisteren comfortabel is, vermits het volume bescheiden blijft.
Je kunt er uren naar luisteren zonder gehoormoe te worden. Ze zijn dan ook geweldig populair.
A-monitoren
Bulderend hard, laag tot zo'n 25 Hz, hoog tot 22000 Hz.
Een SPL van 125 Db behoort voor de liefhebbers tot de mogelijkheden.
Wie ooit de diverse DDD CD's van bijvoorbeeld J. Jackson heeft kunnen beluisteren over de grootste JBL's, op vol vermogen, weet wat hard én zuiver is. Het geluid doet iets met je onderbuik, en óók met je gehoorcentrum, en dat laatste is vaak blijvend..
De grote A-monitoren vallen vaak in de prijsklasse van 7 cijfers. Daarvoor mag je ook iets verwachten.
Een frequentiegebied van 25-25000 Hz, recht binnen 5 dB. Dus ook in het laag vrij 'recht', iets waar vrijwel alle speakers het per definitie moeilijk mee hebben.
Verder is ook de pulsweergave cq dynamiek uitstekend.
Deze grote A-monitoren hebben technisch natuurlijk heel wat in huis.
Een perfecte spreiding van midden en hoog maken het mogelijk om vrijwel overal in de ruimte af te luisteren.
Hoewel veel technici de gewoonte hebben nogal hard af te luisteren, is dit per definitie niet nodig.
Om de power van een song te horen kun je best wel eens even op 'hard' gaan, mijn ervaring is, dat wanneer je dit te vaak en te lang doet, je reeds na enige uren 'luistermoe' bent.
Ook bij monitoren, waar je zogenaamd niet luistermoe van zou worden.
Gemiddelde (tot) zachte volumes zijn in ieder geval ook prettig, en juist bij deze grote monitoren kan dat heel goed; omdat het systeem nauwelijks belast wordt, treedt er geen vervorming op.
En vervorming is wat betreft de luistermoeheid eigenlijk dé grote Boosdoener.
Niet alle monitoren klinken hetzelfde. JBL staat (nog steeds) bekend om z'n power' karakter; fel, dynamisch en spectaculair. Goed voor pop&rock.
De Tannoy, maar ook Yamaha klinkt eerder rustig, niet opdringerig. Je kunt er uren naar luisteren zonder echt gehoormoe te worden.
Klassiek en zeer fraai klinken de Urei's en Altec. Een hoge definitie en fase-lineairheid, welke ook behouden blijven bij extreem hoge afluisterniveaus.
Actief
Een hogere graad van perfectie bereik je door elk frequentiegebied, elke speaker, een eigen versterker te geven. Het signaal wordt direct gesplitst in hoog, laag en (soms) midden. Via een eigen versterker (in de luidsprekerbehuizing) komen ze bij de desbetreffende speakers.
Dit heet een actief, of self-powered systeem. Het geluid omschrijf je als 'ademend en dynamisch'. De pulsweergave is ook extreem goed. Genelec is hier een lichtend voorbeeld.
Passieve systemen zijn die systemen, waarbij een gehele monitor gevoed wordt door één versterker, en waarbij een filter het geluid in lagen naar de betreffende luidsprekers stuurt.
De kleinere A-monitoren beginnen bij € 800,-, de grote jongens eindigen bij € 60.000,- (notenhouten paneeltjes).
De keuze kun je laten afhangen van de volgende factoren:
-beschikbaar budget
-muzikale voorkeur
-aard en doel van de opnames
-kwaliteit van de controlekamer-akoestiek
Dit laatste, kwaliteit van de controlekamer-akoestiek, wil bijvoorbeeld zeggen dat het onverstandig is om in een kleine controlekamer grote monitoren te plaatsen. Dat gaat niet echt samen.
Elke ruimte, ook de huiskamer, vraagt nu eenmaal om luidsprekers die qua grootte en vermogen in verhouding staan tot de ruimte.
HiFi
Als je geen al te hoge eisen stelt aan het afluisterniveau en 'hard' hard genoeg vindt, is er nog een andere interessante mogelijkheid.
De hedendaagse Hi-Fi speakers zijn vaak van uitzonderlijke klasse.
Ze hebben een goede fasereinheid, uitstekend pulsgedrag, breed frequentiegebied, en een redelijke lineaire weergave. Dat komt omdat er de laatste twintig jaar veel research is gedaan naar alle voorgenoemde eigenschappen.
Terwijl een aantal fabrikanten van monitoren op hun rozijn zaten, bouwden deze mensen hun knowhow verder uit.
Dat betekent, dat er momenteel prima en vooral betaalbare speakers te koop zijn in Hi-Fi land.
Bekabeling.
In een enkel geval het zorgenkindje bij de opnames.
Dunne, veel te lange kabeltjes met inferieure plugjes. Anderzijds oerwoudverhalen over z.g. onmisbare kabels van € 50,-/meter. De waarheid ligt ook hier weer in het midden.
Als uitgangspunt kun je nemen dat kabels zo kort mogelijk moeten zijn. Zowel signaal- als speakerkabels.
Een kabel werkt als een filter, en dit kan met name voor de hoge frequenties vervelende gevolgen hebben.
Vooral met kabels naar je speakers kan dit gebeuren.
Het gebruik van '2 kwadraat koperkern' draad (€ 2,-/meter) voorkomt hier al veel narigheid.
Verder is het gebruik van goede pluggen aan te raden; jack's en XLR met goede trekontlasting.
Din-pluggen geef je onmiddellijk weg.
In de studio blijven pluggen meestal langdurig gestoken, om die reden zijn pluggen met een goud-laagje zeer aan te bevelen. Corosie zal hier nauwelijks plaatsvinden, waardoor een goede signaaloverdracht gewaarborgd blijft.
Vermeld verder op elke draad z'n functie (stickertje), en zorg ervoor dat ze soepel en veilig liggen 'opgeborgen.
Als het even kan maak je 3 banen:
- elektriciteit
- speakers
- signaal diversen (lijn/micro).
Zorg voor voldoende afstand tussen deze banen, minstens 20 cm.
Controlekamer akoestiek
Een moeilijke en ingewikkelde materie, waar men zich lange tijd niet zo druk over maakte.
Het komt er simpel weg op neer, dat wanneer je muziek afluistert, je ook 'n deel van de afluisterruimte 'hoort'.
Wanneer men een sweep van 20-20.000 Hz op voldoende vermogen loslaat op een willekeurige ruimte, zal men ongetwijfeld de ruimte 'mee' horen doen; bij diverse frequenties gaan bepaalde onderdelen uit die ruimte mee-vibreren, en voegen zo iets toe aan het originele geluid.
Bovendien zijn er meer of minder reflecties van het geluid, waardoor het lijkt of het sterker of juist minder sterk aanwezig is.
Het zal dus uitmaken of de ruimte hard en dus reflecterend is of juist zacht en absorberend/dempend.
In een 'harde' fluisterruimte zal er gemakkelijk een -schijnbare- overdaad aan hoog ontstaan.
Het hoog (en midden) reflecteert n.l. veelvuldig in een levende, harde ruimte.
Dit gaat ook op voor de lage frequenties; berucht is de z.g. staande golf, een ophoping van lage frequenties die door een ruimte 'golven'.
Met name gebeurt dit in een vierkante, rechthoekige ruimte.
Dit is te verhelpen door de bouw en de demping aan te passen.
De kunst is om een evenwichtige verdeling te verkrijgen tussen reflectie en absorptie.
Dit geldt dan met name voor de grotere ruimtes. Kleine ruimtes (kleiner dan 5 bij 3 meter) kun je beter 'akoestisch dood' maken door voor weinig reflectie en veel absorptie te kiezen (tapijt, steenwol e.d.).
Een goede vorm van een opname/controle ruimte is een symmetrische/rechte buitenwand met daarbinnen a-symmetrische constructies/muren.
Onderstaande 'binnenmuur' maak je door stenen (of houten wanden) op rubberstrips (bijvoorbeeld de rubbertegels die veel op scholen gebruikt worden).
Hierop komt dan een 'zwevend' plafond te liggen, eronder een zwevende vloer (een vloer op één of meer lagen Polystryeen).
Erg belangrijk is, dat de binnenconstructie nergens de buitenconstructie raakt (lekken van geluid door trillingen die overgebracht worden).
Voordeel is nu, dat er binnen in de ruimte een goed uitgangspunt ontstaat voor een juiste akoestiek, terwijl je door de aparte binnenbouw -met steenwol oid daartussen- geluidsisolatie verkrijgt.
Onderstaande constructie gaat ook op voor de bekende 'doos in een doos' om pure geluidsisolatie te bewerkstelligen. De binnenwanden mogen dan ook symmetrisch/recht geplaatst worden, als geluidsisolatie het primaire doel is.
Zie ook 'doos in een doos'
Mocht je een dergelijke constructie toepassen voor een afluisterruimte, bouw dan gelijk je monitoren in de muur weg, 'flush-mounted'.
Je kunt op die manier de laagweergave aanmerkelijk verbeteren.
In een hoek geplaatste luidsprekers geven een verhoogde (en grillige) laagweergave van 3 tot 6 dB (een verdubbeling dus).
Zet daarom speakers nooit helemaal in de hoek, en speel niet té hard af.
Verder kun je in de ruimte het dempingsmateriaal Verdelen over alle wanden, muren en het plafond.
Een kleed op de (parket)vloer, en enige tapijtstroken verdelen over de aanwezige muren.
En dan luisteren! Zo mogelijk zelfs meten. Er zijn bedrijven die een ruimte kunnen meten en in beeld brengen.
Zo weet je precies wat de invloed van de ruimte op je geluid is en wat je eventueel nog moet veranderen.
Goede materialen om in dergelijke ruimtes te gebruiken zijn per definitie baksteen en hout, geverfd of ongeverfd.
Dat laatste maakt namelijk uit voor de reflectiewaarde. Hout of steen dat beschilderd is, reflecteert 25% méér.
Een goede vorm voor constructies is Rond.
Hoe meer rond, hoe beter de spreiding.
De ronde vorm verdeelt de geluidsgoven uitstekend door de ruimte, waardoor kleuring verminderd wordt.
Slecht voor de akoestiek is veel beton over een grote oppervlakte.
Goede monitoren zullen in een betonnen bunker voor geen centimeter klinken; het geluid krijgt geen kans zich goed te vormen.
Het omgekeerde gaat echter ook op, in een akoestisch 'dode' ruimte zal het geluid ook niet klinken.
Een monitor heeft dus 'ruimte' nodig, om de uiteindelijke klank te vormen.
Deze ruimte dient qua akoestiek min of meer neutraal te zijn, en mag dus eigenlijk geen kleuring aanbrengen.
Een gemiddelde aan reflectie en resorptie is dus altijd een goed vertrekpunt.
Plaatsing
Plaats (wat grotere) monitoren nooit in de hoek van je controlekamer; het laag (50-150 Hz) neemt al snel met zo'n 3 tot 6 dB toe.
Beter is het om monitoren een metertje uit de hoek te houden, en ze vervolgens iets naar binnen te kantelen waardoor de hoogspreiding optimaal is. Voor near-field's is dit laatste ook van belang, maar ze zijn wat minder gevoelig voor de laag-toename in hoeken omdat ze minder dB's produceren en vaak pas bij 100 Hz serieus mee gaan doen.
Soms kun je gebruik maken van het feit dat de laagweergave bij plaatsing in een hoek toeneemt. Er komt 'gratis' een aantal DB's laag bij. Maar nogmaals, blijf opletten, want dit laag kan grillig zijn, waardoor de betrouwbaarheid in het afluisteren van deze frequenties afneemt.
Nog een advies. Ik hoor vaak dat monitoren 'hard' gezet worden om de balans tussen instrumenten onderling, en instumenten en zang, te bepalen.
Daar ben ik het mee oneens.
Zet je monitors eens zacht, dan hoor je direct wat er boven komt 'drijven'. Dát is wat er echt hard staat.
Wil je dus horen of de zang lekker in de muziek ligt, draai dan eens naar links, en niet naar rechts.
Moraal
Tenslotte nog een algemene opmerking. De monitor wordt vaak onderschat.
Men geeft liever geld uit aan microfoons, effectapparatuur met veel ledjes, of een flinke mengtafel met teveel kanalen.
Op zich best begrijpelijk.
Maar, als je geen goede monitoren hebt, hoe wil je dan het verschil beoordelen tussen 2 (echt verschillende) microfoons ?
Je hebt een mooie galm, maar je kunt nauwelijks doseren omdat de niveau's niet lijken te verschillen.
Je vraagt je af hoever je met de 'hardheid' van bas en kick kunt gaan. Je gaat gokken, op 'goed geluk' dus.
Kortom, monitoring mag je nooit onderschatten. Ga desnoods in zee met betaalbare passieve nearfield, zoals de Reveals.
Mag het wat meer zijn, ga dan voor aktieve systemen, zoals die er zijn van o.a. Genelec, Yamaha en Tannoy.
Kies voor near-field, als je ruimte beperkt is, of de akoestiek niet echt op orde is. Speel niet te hard af, zoals eerder gezegd, ook dat onderdrukt de slechte akoestiek.
Bekende merken en types
Alesis M1 actief, Monitor one, Monitor Two, Point Seven
Genelec 1029A, 1030AM, 1031AM, eventueel met sub 5070 of 7070 (oei wat mooi)
JBL XR-EON 10P
Mackie HR824, SRM450
Roland DS 90, aktief, RH-50
Spirit Absolute 4P, actief,
Absolute II, Absolute Zero (veel gebruikt, semi-pro))
Tannoy CPA12, Reveal (aktief), System 1000, 600, 600 actief, 800 (veel gebruikt)
Yamaha MSP5, actief, NS10M (wereldstandaard!)
Prijzen (gezien op het net)
Tannoy CPA12 € 1488,-
Tannoy Reveal € 249,-
Tannoy Reveal aktief € 559,-
Tannoy System 1000 € 1388,-
Tannoy System 600 € 489,-
Tannoy System 600, actief € 1119,-
Tannoy System 800 € 806,-
Spirit Absolute 4P, actief € 1066,-
Spirit Absolute II € 450,-
Spirit Absolute Zero € 360,-
Samson DMS80 comp. € 310,-
Samson Servo 120, amp. € 299,-
Samson Servo 170, amp. € 339,-
Samson Servo 260, amp. € 409,-
Fostex PM-1 € 527,-
Alesis M1 actief € 905,-
Alesis Monitor One € 475,-
Alesis Monitor Two € 844 ,-
Alesis PSeven € 355,-
Alesis RA100 € 405,-
Genelec 1029A € 889,-
Genelec 1030AM € 1299,-
Genelec 1031AM € 2231,-(oei..)
Genelec 7050A subwoofer € 699,-
JBL EON 15 per paar € 1419,-
JBL XR-EON 10P € 1319,-
Mackie HR824 € 1860,-
Mackie SRM450 € 2327,-
Roland DS 50A, aktief € 810,-
Roland DS 90A, aktief € 1436,-
Roland RH-50 € 44,-
Wharfedale-Pro Force 3190 monitors € 436,-
Yamaha NS10M € 406,- (nog steeds top/norm)
Yamaha MSP10, actief € 1688,-
Yamaha MSP5, actief € 499,-
Yamaha MSP3, actief € 389,-
Behringer Truth B2030 P € 225,-
Behringer Truth B2031 A € 288,-
Event TR-6 € 589,-
Event 20/20bas V.2 € 1157,-
Kijk voor scherpe prijzen ook eens op:
Live Music Arnhem
Music Store (Keulen)
Music Produktiv.de